Lekcja 6 – język niderlandzki dla początkujących [wideo]

Gru 20, 15 Lekcja 6 – język niderlandzki dla początkujących [wideo]

Les 6 De computer – Lekcja 6 Komputer

Woordenboek – Słownik

Werkwoorden

Zelfstandige naamwoorden

Overige woorden

klik (klikken) – klikać
typ (typen) – pisać
druk (drukken) – naciskać
ligt (liggen ) – leżeć

het licht – światło
de telefoon – telefon
de computer – komputer
de koptelefoon – słuchawki
het hoofd – głowa
de muis – mysz
de toets – test

aan – uit
bij – przy
naast – obok
keer – raz
snel / langzaam – wolny / szybki

Hallo. Welkom bij woord voor woord. Dit is les 6. De computer.

Ik sta bij de computer. Bij.
Ik sta bij het bord.
Ik sta naast het bord. Ik sta bij het bord.
Ik sta naast de computer. Ik sta bij de computer.
Achter de computer.
Naast de computer.
Ik sta voor de computer.
Ik sta bij de computer.
Bij. Bij. Ik sta bij de computer.
De pen is op het boek. De pen ligt.
De pen staat niet.
De pen ligt.
De pen ligt naast het boek.
De pen ligt bij het boek.
Ik doe de pen in het boek.
De pen ligt in het boek.
Ik pak de pen uit het boek.
Ik leg de pen ligt naast het boek. Ik leg bij de computer.
Waar is de pen?
De pen ligt bij de computer.
Ik zit bij de computer.
De computer is uit. Ik doe de computer aan.
De telefoon.
De telefoon is uit.


Ik doe de telefoon aan. De telefoon is aan. Uit – aan.
Het licht is aan. Het licht is uit.
Het licht is aan.
De computer is aan.
Ik pak de koptelefoon.
De koptelefoon
Het hoofd.
Mijn hoofd.
Mijn hoofd. De koptelefoon.
Ik zet de koptelefoon op mijn hoofd.
Ik doe de koptelefoon in de computer.
Dit is de muis.
De muis.
Ik klik op de muis. Ik klik 1 keer.
Ik klik 2 keer.
Ik klik 2 keer snel. Ik klik 2 keer langzaam.
Dat is niet goed. Langzaam is niet goed.
Snel klikken is goed.
Ik klik 2 keer, snel.
Ik klik 1 keer.
Dit zijn de toetsen.
De toets, de toets, de toets, toetsen.
Ik druk op een toets. Ik druk op een toets.
Ik druk. ik druk. Ik druk.
Ik typ. Ik druk op 3 toetsen. Ik druk op t- a- s.
Ik typ tas.
Ik druk op 2 toetsen de 1 – 0 ik typ 10.
Ik druk op 6 toetsen. Ik typ mijn naam.
Mijn naam.
De computer – de toetsen – de muis – de koptelefoon.
Ik druk, ik typ.
Ik typ, dit was les 6.
Dit was les 6.

Tot de volgende les.

Wszystkie lekcje z serii „Woord voor Woord“ >>>

Les 1 Hoe heet jij? – Lekcja 1 Jak się nazywasz?

Les 2 Hoe gaat het? – Lekcja 2 Jak się masz?

Les 3 Waar is mijn pen? – Lekcja 3 Gdzie jest mój długopis?

Les 4 – Wil je koffie of thee? – Lekcja 4 Chcesz kawę czy herbatę?

Les 5 Van links naar rechts. – Lekcja 5 Z prawej do lewej.

Les 6 De computer – Lekcja 6 Komputer

Les 7 Schrijf op de lijn. – Lekcja 7 Pisz w linii.

Les 8. Hoe laat is het? – Lekcja 8 Która jest godzina?

Les 9. De week. – Lekcja 9 Tydzień

Les 10. Boodschappen doen. – Lekcja 10 Robić zakupy.

Les 11. De datum – Lekcja 11 Data

Les 12 Het boek – Lekcja 12 Książka

Napisz komentarz

Twój adres email nie zostanie opublikowany. Pola, których wypełnienie jest wymagane, są oznaczone symbolem *

Nasza witryna internetowa wykorzystuje pliki cookies. Kontynuując przeglądanie strony, akceptujesz politykę prywatności.
OK
X
¤