Miesiące i pory roku. Maanden en seizoenen in het Nederlands. [wideo]
Maanden en seizonen in het Nederlands – Miesiące i pory roku w języku niderlandzkim
Herhaal de woorden en zinnen herdop. – Powtarzaj słowa i zdania na głos.
De maanden van het jaar […] –
januari – styczeń
februari – luty
maart – marzec
april – kwieceń
mei – maj
juni – czerwiec
juli – lipiec
augustus – sierpień
september – wrzesień
oktober – październik
november – listopad
december – grudzień
zobacz również: Data w języku niderlandzkim
De seizoenen od de jaargetijden […] – pory roku
/het seizoen – pora roku het jaargetijd, jaargetijde – pora roku/
winter – zima
De lente of het voorjaar […] – wiosna
De zomer – lato
De herfst of het najaar[…] – jesień
Vorbeeldzinnen – przykładowe zdania
In de lente zitten de bomen vol bloesem. –
In de zomer genieten we van zon, zee en strand. […] –
Het woord ‘herfst’ hangt samen met ‘harvest’, de oogsttijd. […]
De winter is hetseizoen van ijspret: […]
schaatsen, sleetje rijden en sneeuwpoppen maken.[…]
Dag en nacht […] – Dzień i noc
In de winter wordt het rond half vijf ‘s middags al donker. […]
In de zomer blijft het tot een uur of tien ‘s avonds licht. […]
Zomer tijd en wintertijd –
Volgende maand gaat de zomertijd in. […]
We zetten de klok dan een uur vooruit. […]
Vorige maand ging de wintertijd in. […]
De klok ging toen een uur achteruit. […]
Ezelsbruggetje: […]
in het voorjaar gaat de klok vooruit, […]
in het najaar gaat de klok achteruit. […]
Herhaling. – Powtórka
De maanden van het jaar en de seizoenen […]